Doorstroomtoets

Themarapportage 

Een analyse van de doorstroomtoets in het primair onderwijs 

Vanaf schooljaar 2023-2024 heeft de eindtoets plaatsgemaakt voor de doorstroomtoets. Een stap die moet zorgen dat leerlingen de ontwikkeling die zij in het primair onderwijs hebben ingezet, kunnen vervolgen in het voortgezet onderwijs. De toets moet bijdragen aan meer kansengelijkheid bij leerlingen die de overstap naar het voortgezet onderwijs maken. 

De PO-Raad, als vertegenwoordiger van schoolorganisaties in het primair onderwijs, heeft zich bij de invoering van de doorstroomtoets kritisch opgesteld. Kritiek was er met name op de vergelijkbaarheid van de verschillende doorstroomtoetsen en de verplichte bijstelling, waarbij het risico op afstroom in het voortgezet onderwijs toeneemt. 

Na de eerste afname van de doorstroomtoets ontving de PO-Raad signalen over aanzienlijke verschillen tussen de toetsen onderling. Ook de trendbreuk in relatie tot de eindtoets in 2022-2023 maakten de resultaten van de toetsen minder herkenbaar. Scholen ervoeren minder vertrouwen in het eigen handelen ten aanzien van advisering van leerlingen, veroorzaakt door de doorstroomtoets. Alle signalen vormden aanleiding voor een diepgaande analyse van de achterliggende cijfers.  

In deze themarapportage presenteren we een vergelijking van de schooladviezen en de verschillende doorstroomtoetsen.  Daarnaast interviewden we experts uit de praktijk, waaronder Marina Kluiter – beleidsadviseur bij de PO-Raad, Marian Brinkhuis – kwaliteitscoördinator bij Stichting Eem-Vallei, en Marielle van Dorst, leerkracht groep 8 bij OBS Plantijn.  

Themarapportage Doorstroomtoets

De introductie van de doorstroomtoets heeft een aanzienlijk effect op het onderwijs

Na uitgebreide analyse van de resultaten van de doorstroomtoets 2023-2024 en vergelijking met de resultaten van de eindtoets trekken we enkele conclusies. 

Leerlingen krijgen vaker een meervoudig schooladvies 

Welke toets de school kiest, is van invloed op het toetsadvies dat de leerling krijgt 

Meer schooladviezen worden bijgesteld op basis van het toetsadvies 

Het aantal definitieve adviezen voor PrO en vmbo-bb is fors gedaald  

Na het analyseren van de resultaten en de daaruit volgende uitkomsten, dringt de PO-Raad opnieuw aan op een herziening van het huidige onderwijsstelsel. We pleiten voor een latere selectie voor leerlingen, waarbij één onvoldoende betrouwbare toets niet bepalend is voor het toekomstperspectief, maar er breder wordt gekeken naar de ontwikkelpotentie van leerlingen.  

We beseffen dat het wijzigen van het onderwijsstelsel veel tijd vraagt. We dringen op de korte termijn bij de politiek aan om de vergelijkbaarheid van de verschillende toetsen en daarmee de kansengelijkheid te verbeteren. De nadruk op verplicht bijstellen moet worden verminderd. Als het niet lukt om een betere vergelijkbaarheid van de toetsen te maken, pleit de PO-Raad voor de herinvoering van één toets, die voor alle leerlingen toegankelijk is.

We roepen onze leden op om, voor de adviesperiode van 2025, beleid te ontwikkelen voor het advies in groep 8 en vooral de uitzonderingsmogelijkheid voor het verplicht bijstellen te concretiseren.  

Leeswijzer:

Hoe komt het advies in groep 8 tot stand? 

Het advies in groep 8 bestaat uit een (voorlopig) schooladvies, een toetsadvies en een definitief advies. 

Het schooladvies is grotendeels gebaseerd op het Leerlingvolgsysteem (LVS).

Het LVS bevat informatie over de ontwikkeling van de leerling over meerdere jaren.  

Het toetsadvies volgt uit de doorstroomtoets.

De uitslag van de toets biedt een onafhankelijk gegeven, gebaseerd op een momentopname in
groep 8.   

Deze twee adviezen leiden samen tot het definitieve advies voor leerlingen in groep 8.

Het schooladvies kan worden bijgesteld op basis van het toetsadvies.

Tot en met schooljaar 2022-2023  

De leerling maakt in april de eindtoets van groep 8. Scholen maken een keuze voor de toetsaanbieder.  

Heeft de leerling een hoger toetsadvies dan het schooladvies? 

De school heroverweegt het advies en stelt soms het advies in groep 8, naar boven bij. 

 Vanaf schooljaar 2023-2024 

De leerling maakt de doorstroomtoets in januari/ februari van groep 8. School kiest een doorstroomtoets van één van de zes toetsaanbieders.

Heeft de leerling een hoger toetsadvies dan het schooladvies?

De school is verplicht het advies te heroverwegen én is verplicht het advies naar boven bij te stellen. Tenzij de school kan motiveren waarom zij het advies niet naar boven bijstellen. 

Welke veranderingen zijn er in het proces
van
advisering in groep 8 vanaf schooljaar 2023-2024?

De afname van de doorstroomtoets is eerder in het jaar dan voorheen bij de eindtoets. Daardoor verschuiven alle stappen in het proces: het geven van een schooladvies; de afname van de toets; de eventuele bijstelling van het advies; het ontvangen van het definitieve advies; 

De school is verplicht het schooladvies te heroverwegen bij een hoger toetsadvies, en stelt verplicht bij naar boven (Tenzij..); 

De toets geeft alleen nog meervoudige toetsadviezen (met uitzondering van vwo);   

Er is één centrale aanmeldweek voor het voortgezet onderwijs. 

 

Visuele weergave proces tot stand komen advies voortgezet onderwijs

Begrippen: 

Eindtoets

Tot en met schooljaar 2022-2023: de toets die leerlingen maakten aan het eind van groep 8. 

Doorstroomtoets

Vanaf schooljaar 2023-2024: de toets die leerlingen na de Kerstvakantie maken in groep 8

Enkelvoudig advies

Een advies voor één soort voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld het advies vmbo of het advies havo. 

Meervoudig advies 

 Een advies voor twee soorten voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld vmbo gt-havo. 

Meervoudige adviezen bieden leerlingen meer flexibiliteit en houden rekening met de ontwikkeling van het potentieel van de leerling. 

Heroverweging

Heroverwegingen zijn een vast onderdeel van het adviesproces. Ze zorgen ervoor dat de adviezen aansluiten bij de ontwikkeling van de leerling en dat er ook een objectief gegeven meeweegt in het definitieve advies. 

De school is verplicht het voorlopige schooladvies op basis van de resultaten van de doorstroomtoets, te heroverwegen. Voor de leerling biedt dit een kans om opnieuw beoordeeld te worden voor een passend schooladvies.  

Bijstelling

Een bijstelling volgt na een heroverweging. Als uit de heroverweging blijkt dat een aanpassing nodig is, stelt de school het advies bij naar boven. Dit gebeurt alleen “naar boven”, bijvoorbeeld van vmbo-gt naar havo. Sinds schooljaar 2023-2024 is het bijstellen verplicht voor scholen, tenzij de school motiveert waarom zij niet bijstelt.

Leerlingen krijgen vaker een meervoudig voorlopig schooladvies

Vanaf schooljaar 2023-2024 ontvangen leerlingen uit groep 8, in januari, een voorlopig schooladvies voor het voortgezet onderwijs. De school geeft dit advies op basis van informatie uit het Leerlingvolgsysteem (LVS), verzameld over meerdere schooljaren. In het schooladvies staat welke onderwijssoort het beste bij de leerling past.  

De grafiek toont de gegeven schooladviezen uitgesplitst naar schooladvies voor het voortgezet onderwijs. Uit de cijfers blijkt dat scholen vaker een meervoudig schooladvies geven. Er worden in de sector meerdere verklaringen gegeven voor de toename van het aantal meervoudige schooladviezen :

Een meervoudig schooladvies geeft meer ruimte voor de ontwikkeling van de leerling, later in de loopbaan. 

Een meervoudig schooladvies draagt bij aan de kansengelijkheid: het geeft de leerling mogelijk meer ruimte bij het kiezen van een passende school in het voortgezet onderwijs. 

De toetsadviezen zijn meervoudig: scholen sluiten bij deze ontwikkeling aan met het schooladvies   

Voor leerlingen in het speciaal basisonderwijs (sbo) werkt de advisering voor het voortgezet onderwijs soms anders. Voor het schooladvies wordt, net als bij het regulier basisonderwijs, gekeken naar de ontwikkeling van de leerling over meerdere jaren.  

Leerlingen in het sbo ontvangen soms geen toetsadvies, zij hebben een vrijstelling voor de doorstroomtoets. Het advies voor het voortgezet onderwijs is dan grotendeels gebaseerd op het schooladvies.  

Leerlingen in het sbo krijgen vaker een schooladvies voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso), het praktijkonderwijs (PrO) of vmbo-basis (vmbo-b) dan leerlingen uit het regulier basisonderwijs (bo).  

Deze verschillen tussen regulier basisonderwijs en speciaal basisonderwijs zijn weergegeven in de twee grafieken.  

Welke toets de school kiest,
is van invloed op het toetsadvies dat de leerling krijgt

Vanaf schooljaar 2023-2024 maakt de leerling, in januari of februari, een doorstroomtoets. De toets geeft een meervoudig advies, behalve bij vwo. 

Er zijn verschillende toetsaanbieders voor de doorstroomtoets; scholen kiezen een doorstroomtoets die het beste past bij hun leerlingen. Dit betekent dat er vaak verschillende toetsen worden afgenomen binnen een schoolorganisatie met meerdere scholen. Slechts enkele schoolorganisaties kiezen één toetsaanbieder voor alle scholen binnen het bestuur. Scholen kunnen kiezen tussen de volgende toetsen:

Leerling maakt de doorstroomtoets

AMN

ROUTE 8
(A-vision) 

DIA

IEP
(bureau ICE) 

Leerling in Beeld
(CITO B.V.) 

DOE toets
(Stichting Cito) 

Bij invoering van de doorstroomtoets was de PO-Raad kritisch op met name de vergelijkbaarheid van de doorstroomtoetsen.
Na de eerste afname van de doorstroomtoets ontving de PO-Raad signalen over aanzienlijke verschillen tussen toetsen.
 

Uit analyse van de PO-Raad blijkt dat er verschillen zijn tussen toetsen.
Omwille van de marktwerking doet deze rapportage geen uitspraken over specifieke toetsen of toetsaanbieders. Opvallend is echter dat het percentage hogere toetsadviezen voor één toets vaker hoger uitvalt dan bij andere toetsen. Dit betekent dat leerlingen die deze toets gemaakt hebben, meer kans hebben op een bijgesteld schooladvies.  Het maakt voor de kans op een bijgesteld advies dan ook uit welke toets de leerling maakt.

De PO-Raad vindt dit onacceptabel. De toetsen moeten vergelijkbaar zijn en bijdragen aan kansengelijkheid voor leerlingen. Wanneer blijkt dat de toetskeuze verschil maakt, zullen leerlingen in een belangrijke fase van hun leven mogelijk een niet passend advies krijgen. Dit is niet goed voor leerlingen en niet goed voor het vertrouwen van scholen in de toets en in het eigen handelen.  

De PO-Raad acht het noodzakelijk dat er nader onderzoek gedaan wordt naar de kwaliteit van de verschillende doorstroomtoetsen en de toegepaste beoordelingswijze ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de toetsen.  

,,Nu blijkt dat er verschillen zijn tussen de toetsaanbieders, moeten we ook kritisch kijken naar de verschillende doorstroomtoetsen en overige variabelen die invloed hebben op de uitkomsten.  

Het kan niet zo zijn dat een leerling meer of minder kans maakt op een bijstelling, doordat het uitmaakt welke toets een school kiest.” 

Marina Kluiter - beleidsadviseur PO-Raad

Uit de resultaten van de doorstroomtoets 2023-2024 blijkt dat de verdeling van de toetsadviezen afwijkt van eerdere jaren.

Uit cijfers blijkt dat:

Het aantal enkelvoudige vwo-toetsadviezen is gedaald.  

Het aantal meervoudige toetsadviezen is gestegen, met name meer gemengd/theoretisch-havo en havo-vwo toetsadviezen.

 Het aantal toetsadviezen praktijkonderwijs-vmbo basisberoepsgerichte leerweg neemt af. 

Meer schooladviezen bijgesteld op basis van het toetsadvies 

Vanaf schooljaar 2023-2024 zijn scholen verplicht het advies niet alleen te heroverwegen, maar ook bij te stellen indien de toets daar aanleiding voor geeft. Zoals vooraf verwacht is het aantal leerlingen dat een bijstelling van het schooladvies in 2023-2024 krijgt, gestegen, namelijk van 10% in 2022-2023 naar 27% in 2023-2024.

Op basis van de toets zijn scholen verplicht om het voorlopig schooladvies te heroverwegen, wanneer de toets een hoger niveau laat zien. Het percentage heroverwegingen neemt af. Opvallend is de toename van het aantal bijstellingen in 2023-2024, ten opzichte van voorgaande jaren. In de grafiek is te zien dat niet alle heroverwogen adviezen daadwerkelijk worden bijgesteld.  

Er zijn hiervoor enkele mogelijk verklaringen, gegeven door verschillende scholen:   

Het lukt scholen steeds beter een passend advies te geven, dat per definitie minder kans maakt op een heroverweging (en eventueel een bijstelling); 

Na een gesprek met de ouders en de leerling, besluit de school om (toch) niet bij te stellen. Het schooladvies, en mogelijk ook de voorkeurskeuze voor een middelbare school, is al passend bij de ontwikkeling en wensen van de leerling en de ouders; 

Uitgesplitst naar onderwijssoort is zichtbaar dat voor leerlingen met een Praktijkonderwijs- of vmbo-basis schooladvies, procentueel gezien het advies vaker is bijgesteld dan bij andere adviezen het geval is. Met name voor praktijkonderwijsadviezen is de verwachting dat dit problemen oplevert. De doorstroomtoets kent geen enkelvoudig advies voor praktijkonderwijs, waarmee leerlingen op de toets per definitie een meervoudig praktijkonderwijs/vmbo basisberoepsgerichte leerweg advies ontvangen. De PO-Raad voorziet in de toekomst afstroom bij deze kwetsbare groep leerlingen, waarmee de vraag is of deze leerlingen gebaat zijn bij een meervoudig advies.  

Verder blijkt dat voor circa 5000 leerlingen het schooladvies alsnog is bijgesteld, zonder dat het toetsadvies daar aanleiding voor gaf. Mogelijk heeft de leerling in de loop van het schooljaar nog een ontwikkeling laten zien, waardoor de school heeft besloten het advies alsnog aan te passen.  

De verwachting is dat het hogere aandeel bijgestelde adviezen invloed zal hebben op de doorstroom naar het voorgezet onderwijs. We hebben nog geen landelijke cijfers over op welke schoolsoorten de leerlingen zich daadwerkelijk aangemeld hebben en geplaatst zijn. Toch is het aannemelijk dat  er een andere verdeling van leerlingen over de schoolsoorten zal zijn.  

Uit de cijfers blijken ook regionale verschillen bij het heroverwegen en bijstellen van de schooladviezen. 
In Overijssel, Groningen, Friesland, en in delen van Limburg is het aantal heroverwegingen en bijstellingen het hoogst.  

Verder valt op in de data:

In grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zien we een verdubbeling en soms verdriedubbeling van het aantal bijstellingen ten opzichte van vorig jaar. 

In middelgrote steden loopt het aandeel bijstellingen uiteen, variërend van 35-40% (Arnhem, Groningen), 25-30% (Amersfoort, Breda) tot 15-20% (Haarlem, Apeldoorn). Ook nam het aantal heroverwegingen in deze gemeenten toe; 

In enkele kleine gemeenten (met minder dan 500 leerlingen die de toets maakten) ligt het aandeel bijstellingen tussen de 40 en 60%, zoals in Montfoort, Dinkelland of Rucphen. 

Bijstellingen per gemeente 2023-2024

Heroverweging per gemeente 2023-2024

Een mogelijke verklaring voor de regionale verschillen, is dat het keuze-aanbod voor het voortgezet onderwijs kleiner is in niet-Randstedelijke gebieden. Het is mogelijk dat scholen bij het schooladvies al inspelen op de verwachte schoolkeuze. 

Uit eerdere data blijkt dat er in het verleden, in de niet-Randstedelijke provincies, vaker lager werd geadviseerd. Dit is nog steeds zo in schooljaar 2023-2024. Hierdoor wordt er sinds de verplichting om bij te stellen in schooljaar 2023-2024 vaker bijgesteld.  

Welke school en onderwijssoort de leerlingen vervolgens in het voortgezet onderwijs kiezen, is op dit moment nog niet in beeld te brengen. De PO-Raad en VO-raad houden de ontwikkelingen rondom de doorstroomtoets en de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs nauwlettend in de gaten 

,,Als het advies van de doorstroomtoets hoger uitvalt dan het schooladvies, moet je met goede argumenten komen om dit hogere advies niet te volgen.  

Voorheen had ik geen discussies met ouders over het gegeven advies omdat we als school kijken naar de kwaliteiten van het kind en waar het kind zich op het voortgezet onderwijs verder op kan ontwikkelen. Nu wordt op basis van één doorstroomtoets besloten waar het kind naartoe gaat, terwijl wij als school het kind al de hele schoolperiode volgen met ons leerlingvolgsysteem.” 

Marielle van Dorst, leerkracht groep 8 OBS Plantijn

,,Bij twijfel over het schooladvies gaan we niet alleen op de toetsresultaten af maar nemen we ook de werkhouding van het kind mee. Adviseren is een heel nauwkeurig proces, we volgen leerlingen acht jaar lang met ons leerlingvolgsysteem. Nu lijkt het alsof het advies van de leerkracht er minder toe doe en het advies afhangt van één doorstroomtoets. Dat is jammer en niet in het belang van de leerlingen. 

Daarnaast lijkt het erop dat, door de doorstroomtoets, bij een aantal leerlingen het advies nu hoger uitvalt. Als volgend schooljaar blijkt dat deze kinderen dit hogere niveau niet aankunnen, zullen ze moeten afstromen. Ik maak me wel zorgen over het welbevinden van deze specifieke groep kinderen.”

Marian Brinkhuis, kwaliteitscoördinator Stichting Eem-Vallei Educatief

Het aantal definitieve adviezen voor praktijkonderwijs (PrO) en vmbo-basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-bb) is fors gedaald 

Aan de hand van het toetsadvies wordt het schooladvies eventueel bijgesteld tot een definitief advies.
Uitgesplitst naar onderwijssoort zijn de volgende ontwikkelingen zichtbaar:

    Het aantal definitieve PrO-adviezen is gedaald: als de adviezen worden gevolgd, gaan er bijna 10% minder leerlingen naar het praktijkonderwijs. Dit heeft gevolgen voor de scholen voor praktijkonderwijs en hun personele bezetting. Voor praktijkscholen is het onzeker hoe om te gaan met leerlingen, waarvan de verwachting is dat zij gedurende hun loopbaan zullen afstromen en alsnog een plaats in het praktijkonderwijs nodig hebben. 

    Het aantal definitieve adviezen voor de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo daalde met ruim 4500 leerlingen (van 5,6% naar 3,1%).

    Het aantal definitieve adviezen voor de vmbo-b/k stijgt (van 4,1% naar 5,6%).  

    Het aantal definitieve adviezen voor de kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k/gt) neemt toe (van 5,8% naar 8,2%).  

    Het aantal definitieve adviezen gt-havo is gestegen (van 10,7% naar 14,3%), net als de definitieve havo/vwo-adviezen (van 11,5% naar 15,2%).  

    Het percentage definitieve vwo-adviezen blijft gelijk rond de 20%. Dit is deels te verklaren doordat het schooladvies ‘vwo’ in principe niet wordt bijgesteld. 

    De PO-Raad pleit voor herziening van het huidige onderwijsstelsel 

    Na het analyseren van de data, de signalen uit de praktijk en de resultaten van de doorstroomtoets, dringt de PO-Raad opnieuw aan op herziening van het huidige onderwijsstelsel. Als symptoom van een niet langer functionerend stelsel draagt de doorstroomtoets, in de huidige vorm, onvoldoende bij aan kansengelijkheid voor alle leerlingen.  

    Het huidige stelsel geeft leerlingen te weinig tijd en mogelijkheden om het ontwikkelpotentieel te laten zien. Met name voor kwetsbare groepen leerlingen, die langer de tijd nodig hebben om het maximale ontwikkelpotentieel te benutten, komt het huidige selectiemoment te vroeg. Ook een hoger toetsadvies helpt daar niet bij. Zeker niet wanneer een leerling langer de tijd nodig heeft om tot wasdom te komen. Of meer ondersteuning nodig heeft dan een school kan bieden op basis van het gegeven toetsadvies. Een risico bestaat op afstroom, wat invloed heeft op het welbevinden van leerlingen. Pas wanneer leerlingen in een brede onderbouw van het voortgezet onderwijs ruimte krijgen om zich te breed te ontwikkelen, hebben zij langer de tijd om hun maximale potentie te benutten.  

    We beseffen dat het wijzigen van het onderwijsstelsel tijd vraagt, maar dringen bij de politiek aan om prioriteit te geven aan het onderwijs. Naast het langetermijnperspectief ziet de PO-Raad ook op korte termijn kansen om wijzigingen aan te brengen in het stelsel van doorstroomtoetsen. Verbeter de vergelijkbaarheid van de verschillende toetsen en  verminder de nadruk op automatisch verplichte bijstellen. 

    Er zijn verschillen in de percentages heroverwegingen tussen de toetsaanbieders geconstateerd.  Leerlingen met dezelfde prestaties hebben minder kansen op eenzelfde passend advies.  Een potentieel onvoldoende passend toetsadvies mag niet bepalend zijn voor het toekomstperspectief van de leerling. De PO-Raad benadrukt het belang van goed onderzoek naar de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de doorstroomtoets.  Wanneer het niet lukt om een betere vergelijkbaarheid van de toetsen te creëren, pleit de PO-Raad voor de herinvoering van één toets, welke voor alle leerlingen toegankelijk is.  

    De PO-Raad roept haar leden op om, in aanloop naar de adviesperiode in 2024-2025, concreet beleid te ontwikkelen rond de advisering van leerlingen in groep 8 en daarin specifiek aandacht te besteden aan de uitzonderingsmogelijkheid die geldt voor het verplicht bijstellen. Door het handelen van de leraar meer centraal te stellen, lukt het beter de toets als een waardevolle second opinion te beschouwen. De PO-Raad gaat in overleg met OCW om de handreiking advisering nog beter toepasbaar te maken in de praktijk. Daarnaast zoekt de PO-Raad voortdurend de verbinding met de ketenpartners rondom de doorstroomtoets. Zo bouwen we samen aan een systeem waarin, voor alle leerlingen, zoveel mogelijk gelijke kansen worden gecreëerd.